Een tijdje terug ging ik vijf dagen naar Krakau. En een Poolse hartsvriendin vroeg of ik haar op de hoogte wilde houden van mijn belevenissen.
Dag 1: bijna in India
Beste mevrouw Palmowski,
U had gelijk: het vliegtuig is niet neergestort en ik heb ook mijn medepassagiers niet ondergekotst tijdens het opstijgen. Dat scheelt weer een slok op een borrel! Bij aankomst op het vliegveld werd mijn paspoort gecontroleerd door een vrouw met een grote stip op haar voorhoofd. Even dacht ik per ongeluk in het vliegtuig naar India te zijn gestapt, maar het bleek van dichtbij gelukkig gewoon een grommende pool met een dikke voorhoofdspukkel te zijn. Vals alarm!
En u had me niet voor de gek gehouden: ze spreken hier inderdaad Pools! Na de eerste stappen in de buitenlucht was ik al totaal ontheemd. Iedereen praat hier zo zacht in vergelijking met de Nederlandse brulapen! En ik snapte niks van de Poolse busbordjes en het OV-systeem.
‘Centrum, centrum! Ik moet naar het centrum,’ schreeuwde ik voor het busstation, terwijl ik paniekerig rondjes liep. Een paar Poolse moeders hielden snel hun kinderen vast en een vriendelijke Poolse man, die redelijk goed Engels sprak, gebaarde mij om rustig te blijven. Letterlijk alle bussen hier gaan naar het centrum, zei die vriendelijk. Kijk aan, dacht ik, dat is het betere werk.
Krakau is, zeker in de avond, inderdaad schilderachtig, maar mijn accommodatie vinden was tamelijk pittig. Die zat namelijk in een fietsverhuurbedrijf. Toen ik hier bij de verhuurder in het Engels een opmerking over maakte, keek hij me aan alsof ik een melaatse was. Schijnbaar is dat heel normaal hier. Zo leer ik nog eens wat! Net een paar Poolse biertjes gekocht bij de supermarkt om de hoek en nu ga ik snel en diep slapen! Lange dag geweest!
Hoe gaat het daar in Nederland? Missen ze me al, haha!
Groet,
Nick van Goor
PS: die ‘haha!’ was ironisch.
Dag 2: observeren in Krakau
Allerliefste mevrouw Palmowski,
Door alle reisspanning extreem slecht geslapen en zeer vroeg wakker. Rond een uur of zes in de ochtend al de straat opgegaan. En daar viel me genoeg op.
In Krakau kijken de mensen, net als in Nederland, ook gewoon chagrijnig wanneer ze in de ochtend vroeg naar hun werk moeten. Zou dat overal op aarde zo zijn of alleen in Polen en Nederland?!
Vroeg in de ochtend val je als toerist echt op als een bizarre buitenstaander. Waarschijnlijk straalde dat ook van mijn dikke kop af. Daar was ‘ik hoor hier niet’ duidelijk van af te lezen. Ik werd zelfs aangesproken door twee politieagenten die dachten dat ik kwaad in de zin had. Ze vroegen wat ik hier zo vroeg op straat deed, zo in mijn eentje, zonder doel. ‘Rondjes lopen,’ zei ik. Ze gromden wat. Dat ik maar eens wat nuttigs moest gaan doen voor de Poolse economie.
De mensen hier vergeten snel wie je bent. Of ja, niet alle mensen. Alleen de verhuurder van mijn accommodatie, die dus tevens dienstdoet als fietsenverhuurder, vergeet steeds dat ik bij hem huur en biedt me constant een fiets aan als ik weer even terugga naar mijn appartement. ‘Fahrrad?’ vraagt-ie dan steeds. Volgens mij denken alle Polen dat wij Duitsers zijn, maar dat kan ik nog niet helemaal bewijzen.
Over fietsen gesproken: de architectuur is prima, maar ze zijn wel erg conservatief geweest bij de aanleg van fietspaden. De weinige fietsers die je hier ziet zijn op dood en verderf uit.
Ze verkopen hier op elke straathoek van die Poolse Pretzels, maar er zit zonder mayonaise echt geen smaak aan.
Naast oriënteren weinig bijzonders gedaan.
Hoe gaat het daar in Nederland? Verkopen ze nog steeds vegetarische frikandellen?
Groet,
Nick van Goor
Dag 3: lijden in Krakau
Zeer geachte mevrouw Palmowski,
De nazi’s hebben de stad Krakau vrijwel ongeschonden door de Tweede Wereldoorlog geloodst. Lief van ze, zou je denken. Maar dat hebben ze dan wel weer ruimschoots gecompenseerd door hier in de buurt Auschwitz, alwaar ik morgen heenga, te stationeren en het Gestapohoofdkwartier in de Pomorskastraat liegt er ook niet om.
Vandaag dit oude hoofdkwartier, dat nu de treffende naam terreurmuseum draagt, bezocht en dat woord dekte de lading wel. Met name de ondergrondse cellen die je kon bezoeken. Er was verder geen andere bezoeker en de medewerkster deed de deur van de cellen speciaal voor mij open!
In dat kleine cellencomplex voelde je de demonen nog door de ruimtes vliegen en de smeekbeden van oud-gevangenen stonden met nagels in de muren gekerfd. Nu moest ik wel bijna kotsen. Gelukkig werd ik snel afgeleid door een paar Chinezen die ook het complex betraden en blijmoedig enkele selfiefoto's voor de met wanhoop gekerfde teksten maakten. Dit was een soort lugubere comic relief. Eentje had een shirt van Pluto aan, geloof ik. De hond, niet de (dwerg)planeet.
Na dit korte bezoek was ik direct al mijn levenslust kwijt. De rest van de dag half-wenend met mijn neus in het kussen de mensheid vervloekt. Moet ook zo nu en dan gebeuren.
Hoe gaat het daar in Nederland? Worden de talkshows nog steeds gepresenteerd door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt?
Huilende groet,
Nick van Goor
Dag 4: nog meer lijden in Krakau
Zeer geachte mevrouw Palmowski,
Vandaag naar Auschwitz geweest! Mijn vakantie wordt er niet bepaald gezelliger op. Bij de ingang van Auschwitz trof ik een grote groep uitbundige mensen. De eerste keer tijdens mijn vakantie. En dat dan weer nét voor de ingang van het Auschwitz-museum. Hoe kan de ironische kunstenaar ooit winnen van de ironie van het leven?
De tour was matig. Iets te weinig educatie en iets te veel schreeuwende toeristen. Ik was dus ook een beetje boos op de amateuristische tourgids. Maar ze had geluk dat mijn woede vooral uitging naar de SS. Waarom probeerden ze aan het eind van de oorlog al het bewijsmateriaal te vernietigen?
Waarom bliezen ze bijna alle crematoria op? Ze waren toch zo trots op hun werk? De vernietiging van het Joodse ras was toch gerechtvaardigd? Of vonden ze misschien toch van niet? Nou, dan hadden ze het niet moeten doen. Had veel ellende gescheeld. Hypocriete honden waren het, maar ze hadden nog andere nare karaktereigenschappen.
Ook na dit bezoek ben ik uiteindelijk depressief in bed beland. Maar eerst werd me wederom een Fahrrad aangeboden door de verhuurder, maar nu maakte ik hem even duidelijk dat het ‘Fiets’ is en geen ‘Fahrrad’. Na zo’n dagje Auschwitz ben je wel even klaar met de Duitse taal.
Hoe gaat het daar in Nederland? Nog steeds plat?
Huilende groet,
Nick van Goor
Dag 5: vis
Zeer geachte mevrouw Palmowski,
Laatste dag in Krakau stond in het teken van recreatie. Meer dan dertig graden en daarom een goed idee om te genieten van het idyllische meer Zakrzówek; een voormalige steengroeve. Maar daarvoor eerst even inkopen gedaan bij een grote Poolse supermarkt. En drie keer raden wat ze daar verkochten: heel veel vis, meer vis dan in de Nederlandse supermarkt. Ik kocht flink in.
Niet veel later sprong ik in het meer en je raadt het al: ook allemaal vissen. Ditmaal levende vissen. Ik ging snel uit het water om mijn dode vissen op te eten en daarna weer in het water om te zwemmen met de levende vissen. Op de terugweg zag ik een klein jongetje dat een T-shirt met een vis erop droeg. Eenmaal terug in mijn appartement viel me ineens op dat er een visafbeelding aan de muur hing. De dag stond dus niet in het teken van recreatie, maar van vis.
Hoe gaat het daar in Nederland? Is er nog gevist?
Blub,
Nick van Goor
Haha wel echt gelachen. En weer zin gekregen in een tripje naar Kraków
Krijg er bijna zin van om ook naar Krakau af te reizen. Een goede reden om te kijken of er nog whisky in huis is om van dat gevoel verlost te raken.