Toen ik vroeger, als jongeling met mijn kapotte zeehondenknuffel genaamd Micky, vreemde volwassenen met elkander hoorde praten, was ik altijd diep onder de indruk. Hetgeen waar ze over spraken snapten Micky en ik niet, maar ongetwijfeld waren ze constant wereldproblemen aan het oplossen of converseerden ze over andere gewichtige zaken waar kinderen geen weet van hadden.
Na enige jaren taalontwikkeling begrepen we echter al snel dat het licht niet op kringverjaardagen was uitgevonden. Voor de doorsnee mens in het wild prevaleert het zenden en ontvangen van willekeurige klanken boven de inhoud. Een fenomeen dat ook wel prietpraat, chit chat, gekeuvel of smalltalk wordt genoemd.
Ons spraakmechanisme wordt zelden duurzaam gebruikt. Zelf ben ik tegenwoordig klimaatbewust en daarom houd ik in de buitenwereld meestal mijn rotte bek vol schadelijke bacteriën dicht. Beter voor de vogeltjes. Maar soms moet ik toch echt praten in de buitenwereld. Bijvoorbeeld om spullen te kopen.
Hoe ik leerde toveren
Mijn televisie was kapot. Enkele materialistische vrienden adviseerden mij om een nieuwe tv in de fysieke winkel te kopen. ‘Weet je gelijk hoe het beeld en de geluidskwaliteit is.’ - Ja, ja, dacht ik. Dus niet veel later werd ik bij de elektrogigant geadviseerd door een roodharige verkoper met hele witte tanden.
Schijnbaar was het geen toeval dat zich naast de elektronicagigant een tandenbleker had gevestigd. ‘Ah, een nieuwe televisie zoekt u dus,’ zei die vrolijk. ‘Wat zijn uw wensen?’ - ‘Heel goedkoop,’ zei ik. - ‘Eh, oké,’ stamelde hij en liet me een televisie van maximaal enkele honderden euro’s zien. ‘Ja, die prijs lijkt me goed. Mag dat ding ook even aan?’
De rode man deed de televisie aan en we zagen pardoes een corpulente vrouw die met veel lawaai vlees grilde. ‘Ho, ho, rustig,’ zei ik. ‘Andere zender. Ik kijk voornamelijk documentaires over WO2. Zet hem maar even op History Channel.’ Nu zaten we plots in het Derde Rijk te kijken naar een speech van Hitler.
'Mag die wat harder?’ vroeg ik. ‘Moet even horen of het geluid goed is.’ De roodharige jongen volgde mijn instructie wederom op en Hitlers stem was luid en duidelijk hoorbaar. Ook de fascistoïde kreten van de juichende menigte gingen zonder veel gekraak mijn gehoorgang in. ‘Ja, deze wil ik!’ - ‘Mooi!’ zei de verkoper enthousiast. ‘Je kunt hem over vier weken ophalen. Hij is nu uitverkocht.’ - ‘Wat? Hij staat hier toch voor onze neus? Of hallucineer ik?’ - ‘Neen, meneer, dit is de showversie.' - ‘Ok. Laat dan maar.’
Eenmaal thuis pakte ik snel mijn laptop en begon te toveren. Na het klikken op enkele buttons was er een bestelling geplaatst en de dag nadien kwam de Televisiekoning hem naar de derde verdieping van mijn appartementencomplex brengen. ‘Veel plezier ermee,’ zei die kreunend. Met een krakende rug liep de Televisiekoning vervolgens weer via de trap naar beneden. ‘We hebben ook een lift hoor,’ zei ik empathisch. ‘Nee, ik ga altijd met de trap. Daarmee stimuleer ik mijn hernia.’ Dat ging makkelijk, dacht ik.
Enkele weken later werkte plots de ‘E’-toets op mijn laptop niet meer en hij was al aan vervanging toe. Na wat tovenarij stond de dag nadien wederom dezelfde jongen kreunend voor de deur: ditmaal als Laptopkoning. ‘Hoe gaat het met je hernia?’ vroeg ik. ‘De goede kant op,’ zei die cynisch. ‘En ik word vorstelijk betaald voor dit werk.’
Ik kreeg de smaak te pakken en toverde een paar dagen later ook nog een dartbord en spelcomputer tevoorschijn. Daarna besloot ik mijn staf aan de wilgen te hangen. Toveren was niet gratis.
Het ongekende lijden van de mens
Er zat me toch nog iets dwars en daarom knoopte ik ongeveer een week later opnieuw een gesprek aan met de rode verkoper. ‘Waarom bestaan jullie eigenlijk nog?’ vroeg ik. ‘Tegenwoordig kun je alles naar je huis toe toveren, goed geïnformeerd over de productspecificaties. Jullie rol is uitgespeeld. Het aloude script ‘blije’ verkoper adviseert de kritische klant kan de shredder in!’
Hij keek me half scheel aan. ‘Heb jij weleens online gezocht naar recensies van de bekendste bezorgbedrijven?’ - ‘Nee?’ zei ik. De rode verkoper begon nu emotioneel te worden. ‘Doe dat maar eens. Je leest dan de schrijnendste verhalen. Soms komen pakketjes twee dagen later aan. Of ze worden in de tuin gelegd.’
‘Of ze zijn kapot. Of dat ze bij de buren worden geleverd. Waar je ruzie mee hebt. Of dat ze plots bij een afhaalpunt liggen, terwijl je gewoon thuis was.’ - ‘Sjonge,’ zei ik cynisch. ‘Of nog erger,’ ging hij door terwijl er reeds tranen over zijn wangen biggelden. ‘Dat een pakketje helemaal niet aankomt.’
‘Jij hebt nu een paar keer succesvol weten te toveren. En het is geweldig als het goed gaat. Maar je raakt gewend aan je krachten.’ Hij begon dieper te ademen en te stotteren. ‘Totdat, totdat, de tovertrucs niet meer werken. Dat ze zich tegen je keren. Dan is het lijden geblazen. Onze rol is dus zeker nog niet uitgespeeld.’ Ik lachte hem uit en ging naar huis.
Drie maanden later
Met smart zat ik die vrijdagmiddag te wachten op mijn nieuwe spel dat ik voor enkele eurootjes via een tweedehands verkoopplatform, inclusief verzendkosten, op de kop wist te tikken. Dit werd een ongekend weekend! Meermaals liep ik naar mijn brievenbus om te kijken of mijn interactieve fantasiewereld op schijf al was geleverd.
En tegen het eind van de middag was het zover! Ik schoof de disc in mijn console en wachtte. Er gebeurde niets. Ik haalde hem er weer uit en bekeek de achterkant. Vol met krassen. Ik had een kapot product gekocht. En het zou zeker een paar dagen duren voordat ik een nieuwe kreeg. Hele weekend verpest. Ik voelde een steek in mijn buik: mijn toverkrachten waren uitgewerkt.
Bruh !! 'Daarmee stimuleer ik mijn hernia.'
Intellectueel werk van de bovenste plank.
Bravo.
Echt goed