Op woensdagmiddag vroeg David, een man van begin dertig, aan Maksim of die de voordeur open kon doen. Samen met zijn zeer langharige viervoeter, die hevig kwispelde, opende hij desgevraagd de deur. ‘Wat heeft dit te betekenen?’ vroeg David, terwijl hij naar het elegante, witte dier wees. ‘Nieuw huisdier. Freddy, mijn Afghaanse windhond. Helpt bij het verwerken van de dood van mijn vrouw, volgens de wonderdokter.’
‘Hmm, wel omstreden is het niet?’ zei David streng. ‘Hoe bedoel je?’ - ‘Nou, sinds de Taliban aan de macht is, worden vrouwen daar hevig onderdrukt. En die hond heeft pret voor tien. Dat slaat een beetje een raar figuur.’ Freddy bleef vrolijk kwispelen. - ‘Laten we maar gaan,’ zei Maksim enigszins geïrriteerd.
De sfeer was bedrukt en dat had niet enkel met de consternatie omtrent de Afghaanse windhond te maken, maar ook de bestemming van hun reis. Ze gingen namelijk voor het eerst naar een lotgenotengroep voor weduwnaars. En niet zomaar een groep.
Na een autorit van ongeveer twintig minuten klopten ze bij een markante blokhut in een bosrijk gebied aan. Een vrouw van middelbare leeftijd, met lang blond haar, deed de deur open. ‘Dag,’ zei ze vriendelijk. ‘Jullie vrouwen zijn dood, neem ik aan?’ - ‘Dat is correct,’ zeiden David en Maksim in koor.
‘Dan zitten jullie hier goed!’ zei de vrouw enthousiast. ‘Ik ben Katrien, de receptioniste.' - ‘Ah, en waar is Donald?’ zei David met wat nerveus gegrinnik. ‘Kwaak, kwaak,’ zei Maksim erachteraan. De twee armetierige pogingen om het ijs te breken faalden jammerlijk en dit had een impact op Katrien haar aanvankelijk goede humeur. ‘Doorlopen naar die kamer graag,’ zei ze nu streng. ‘Daar zitten de andere weduwnaars en jullie begeleider.’
‘Goed dat jullie er zijn. Ga snel zitten,’ zei de begeleider; een kale man van middelbare leeftijd met amandelvormige ogen. Maksim en David gingen in de kring zitten, die met hen nu, incluis de begeleider, uit acht mensen bestond. Iedereen keek wat nerveus naar de begeleider die plots een clownsneus opzette en met een gek stemmetje zei: 'Jullie vrouwen zijn dood.’ Het was eerst stil en daarna begonnen een paar mensen ongemakkelijk te lachen.
‘Ja, wat een lol, hé,’ zei de begeleider nu ernstig. ‘Jullie zijn hier, omdat jullie vrouwen op een knullige manier zijn omgekomen. Nét niet lullig genoeg voor de jaarlijkse Darwin Award, maar wel zo knullig dat het op de lachspieren van mensen in de omgeving werkt. En dat is zeer slecht voor de rouwverwerking.’
De weemoedige groep begon begrijpelijk te knikken. ‘Jij,’ zei de begeleider, terwijl hij naar David wees. ‘Ziet er nog tamelijk jong uit. Hoe is jouw vrouw ten einde gekomen?’ David slikte hevig en zijn hart begon sneller te bonzen. Niet verwacht dat hij al direct voor blok werd gezet.
‘Door een draaiorgel,’ zei David onverstaanbaar. ‘Pardon, kun je iets harder praten?’ vroeg de begeleider. ‘Draaiorgel!’ schreeuwde David nu. Sommige lieden uit de groep begonnen zachtjes te grinniken, maar de groepsleider keek, alsof hij het elke dag hoorde, begrijpend. ‘Ja, dat is niet leuk, hé. Gestruikeld zeker?’
David knikte. 'En de orgeldraaier niet opletten bij het verplaatsen en hup het nekje onder het wiel, terwijl die jolige kutmuziek het gekraak overstemde?’ - ‘Ja, zo ging het precies!’ zei David. Verrast dat de cursusleider dit zo goed wist. 'Ja, dat is niet grappig… voor jou,’ zei de cursusleider. ‘En vertel even aan de groep, hoe ging het verder?’
David kreeg na deze openbaring wat meer zelfvertrouwen en stak van wal. ‘Het eerste drama begon bij het inlichten van mijn streng-gereformeerde schoonvader. Hij viel na het aanhoren van het verhaal stante pede van zijn geloof af. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, zei die, maar de grenzen liggen bij het absurde.
Tijdens de begrafenis, en de weken nadien, was er bij het merendeel van de mensen in de omgeving nog wat empathie voor deze tragische gebeurtenis. Maar er werd al snel lacherig over gedaan. En niet veel later stond ik in het dorp bekend als de Draaiorgelweduwnaar. Gieren dat ze deden achter mijn rug, dat menselijk tuig!’ David begon zachtjes te wenen. ‘Door alle ellende wordt mijn knar nu synthetisch gestabiliseerd met pilletjes, maar ik wil het op een natuurlijke manier verwerken.’
Iedereen hoorde het verhaal ademloos aan en de cursusleider nam nu weer het initiatief. ‘Goed,’ zei die. ‘Wat we nu bij jou gaan doen is exposure-uitlachen. Dit werkt altijd. Iedereen mag onder de stoel zijn clownsneus pakken en deze opzetten.’ Alle cursisten volgden het bevel op.
‘David,’ vervolgde de cursusleider. ‘Gaat nu iets zeggen en nadien gaan jullie allemaal keihard lachen en naar hem wijzen.’ De cursusleider fluisterde iets in David zijn oor. Die keek aanvankelijk aarzelend, stond toch op en zei hard: ‘Mijn vrouw is naar de eeuwige jachtvelden gedirigeerd door een draaiorgel!’ De groep begon nu hardop te lachen. David braakte als spontane reactie zijn ontbijt uit en daarna rende hij weg. ‘Soms werkt het ook niet,’ zei de cursusleider gemoedelijk.
Totaal ontheemd liep David door de straten, maar na circa twintig minuten kreeg hij gelukkig zijn verstand terug en wist hij wat hem te doen stond. Hij liep naar het dichtstbijzijndste dierenasiel en vroeg of hij een Afghaanse windhond kon adopteren. ‘Toevallig wel,’ zei de medewerker en ze liepen samen naar een hok. De deur ging open en de Afghaanse windhond van dienst gaf David direct een lik, waarna hij zich gelijk een stuk beter voelde.
Op het eind had ik veel empathie voor de windhond. En daarmee ga ik nu een boswandeling maken in de zon.
Moet je vrouw eerst verplicht dood voor men naar zo'n cursus kan? Heb nog een gaatje vrij op zondagmiddag maar om mijn hypothetische vrouw er nu meteen voor onder een draaiorgel te gooien is me ook zo wat.