De vriendelijke serveerster gaf me een halve liter bier en mijn lichaam begon direct te tintelen van geluk. Het was dinsdagmiddag omstreeks vier uur en vrijwel elke tafel was bezet. Mijn notitieblok lag voor mij. Ik nam de omgeving vervolgens goed in me op. Daarna spitste ik mijn grote oren en begon ik gesprekken af te luisteren.
Voor mij zaten twee oudere dames met een glas, ongetwijfeld kruidenthee, voor zich. ‘Nou, ik vind de jeugd tegenwoordig erg asociaal,’ zei de één tegen de ander. ‘Komt vast door die schermpjes. Ze staan niet voor je op in de bus en maken geen enkel contact!’ De andere vrouw knikte instemmend. Ik maakte aantekeningen en stopte daarna met luisteren.
Naast mij zaten drie studenten. Ze klaagden over de hoge studiedruk door neoliberaal beleid en dat ze daardoor niet konden genieten van hun studententijd. Ik maakte weer notities. Rechts voor mij zat, vanuit conformistische maatstaven bezien, een obscure man, constant hardop te mopperen dat het te lang duurde voordat hij werd geserveerd. Vroeger ging dat veel sneller, vond hij.
Achter mij hoorde ik jankende kinderen. Ik draaide me om; de kinderen waren voorzien van moeders. ‘Ze hebben helemaal geen leuke speelplek voor kinderen hier,’ mopperde de ene moeder tegen de ander. ‘Belachelijk! Zal wel door bezuinigingen komen.’ Ik noteerde weer. Daarna borg ik mijn notitieboekje op en nam ik nog vier halve liters.
Lichtelijk beschonken belde ik twee uur later aan bij Anton. Hij deed binnen drie seconden de deur open. ‘Kom snel binnen,’ zei hij, terwijl die met zijn linkerhand door zijn zwarte bos krullen aaide. Ik ging op de bank in zijn woonkamer zitten. ‘Wat zijn je bevindingen voor vandaag?’ vroeg hij met oprecht enthousiasme. Ik pakte mijn notitieboekje. ’Weinig, interessants helaas. Zat geen enkele originele mening bij. Typisch cafégelul.’ Hij keek betreurd. ‘Daarentegen wel vijf halve liters soldaat gemaakt!’ zei ik geruststellend.
Er kwam een klein glimlachje van zijn gezicht af. Een paar minuten later werd er weer aangebeld. Robert kwam binnen en hij aaide zichzelf over zijn kale hoofd. Godsamme, net dertig en al kaal, mopperde hij.
‘En?’ vroeg Anton hoopvol. ‘Nope, heb alle kranten en tijdschriften doorgelezen. Geen enkele originele mening gevonden.’ - 'Mmm,' gromde Anton, hij pakte vervolgens een halve liter bier, nam een slok en spuugde die vervolgens uit. ‘Bah! Het bier smaakt me nog niet!’ Robert en ik keken bedroefd. ‘Waarschijnlijk zit er maar één ding op,’ zei Anton. ‘Oh nee,’ kermde Robert. ‘Jawel! Jullie gaan een bezoek brengen aan de Meningenman. Hij is de enige die ons kan helpen.’
Een half uur later klopten we aan bij de Meningenman. Hij deed langzaam de deur open, zag ons staan en wilde de deur meteen weer dicht rammen. Robert hield gelukkig zijn voet tussen de deur. ‘Ik heb geen bier, vieze junks!’ schreeuwde hij. ‘Nee, nee,’ zei ik geruststellend. ‘We komen ditmaal niet voor bier, maar voor meningen. We hebben een originele mening nodig, want anders loopt het niet goed af.’
‘Hmm,’ vooruit dan maar. Kom binnen en zit!’ We zaten tegenover hem op de bank met een glas water. ‘Zo, pathetische rukkertjes,’ kermde hij. ‘Vertel maar wat jullie nodig hebben.’ - ‘Een originele mening dus,’ zei ik. - ‘Hebben jullie al op de sociale media kanalen gekeken?’ Er viel een ijzige stilte. Na vier seconden begon Meningenman eerst zachtjes te grinniken. Dit werd al snel opgevolgd door een brullende lach en een harde tik op tafel. Zijn hond begon ervan te piepen. We lachten hard mee. ‘Haha, goede grappen heb ik hè,’ zei Meningenman trots. ‘Nu hebben we wel een biertje verdiend.’ Hij pakte voor iedereen bier.
‘Maar nu even serieus,’ zei hij. ‘Ik begrijp jullie probleem. Hij pakte een grote map uit de kast en begon te bladeren. ‘Uit grootschalig onderzoek van ons team blijkt dat de kwantiteit de kwaliteit ruimschoots heeft ingehaald.’
Hij nam een hele grote slok en vervolgde zijn betoog. ‘Als je een niet-originele mening zoekt, dan hoef je tegenwoordig niet meer naar je lokale buurthuis. Je vindt ze ook in kwaliteitskranten, highbrow tijdschriften en podcasts met zogenaamde intellectuele duiders.’ We luisterden aandachtig. ‘Hebben jullie ook een oorzaak gevonden?’ vroeg Robert. Meningenman zuchtte. ‘Kan van alles zijn. Technologie, sociale media, slecht concentratievermogen, ontlezing, noem maar op.’
We knikten. ‘Maar eigenlijk is dat niet zo relevant. We moeten zo snel mogelijk een originele mening vinden. Die wordt nu met uitsterven bedreigd.’ - ‘Gelukkig heb ik een truc om een originele mening te ontlokken.’ Hij vertelde ons de truc en we gingen op pad.
Robert hield de camera vast en ik liep als verslaggever met de microfoon naar mensen toe. Ik gooide er verschillende vraagstellingen in. Over het klimaat, de politiek, de economie, problemen in de buurt en andere typische meningopwekkers. Zoals verwacht kwam niemand met een originele mening. ‘Hmm,’ zei ik. ‘Laten we Meningenman zijn truc nu dan maar proberen.’
Een vrouw van middelbare leeftijd zat op een terrasje verveeld voor haar uit te staren en ik besloot om bij haar te gaan zitten. ‘Excuus,’ zei ik. ‘Mogen we u even storen.’ - ‘Vanzelfsprekend,’ zei ze. ‘We willen u graag trakteren op een fles wijn en die drinken we graag samen met u op.’ - ‘Daar zeg ik geen nee tegen!’ zei ze enthousiast.
We dronken de ene fles na de andere en we hadden een gezellige tijd. ‘Wat vindt u van de huidige aanpak van de klimaatcrisis?’ vroeg ik uit het niets. Ze dacht even diep na en zei vervolgens: ‘Hmm, daar heb ik eerlijk gezegd geen mening over en het boeit me niet. Ik drink liever nog een glas wijn!’
Een blijmoedig gevoel overmeesterde mij en ook Robert zag ik glimmen. Eindelijk een originele mening! Robert en ik begonnen te juichen en we belden Meningenman enthousiast op. ‘Zie je hoe mooi die ironie hiervan is!’ riep hij enthousiast. ‘Het toegediende gif zorgt voor de ontgifting van de ziel!' We stelden ook Anton op de hoogte en hij pakte direct een halve liter bier uit de koelkast. ‘Ze smaken me weer!’ gilde hij en iedereen leefde nog kort en gelukkig.
Discussion about this post
No posts
‘Wat vindt u van de huidige aanpak van de klimaatcrisis?’ vroeg ik uit het niets. Ze dacht even diep na en zei vervolgens: ‘Hmm, daar heb ik eerlijk gezegd geen mening over en het boeit me niet. Ik drink liever nog een glas wijn!’
Een blijmoedig gevoel overmeesterde mij en ook Robert zag ik glimmen. Eindelijk een originele mening!
Dus geen mening is ook een mening?
De afwezigheid van een mening kan niet strikt als een "mening" worden beschouwd in de traditionele zin van het woord, omdat een mening doorgaans wordt gezien als een standpunt of overtuiging die wordt ingenomen over een bepaald onderwerp. In plaats daarvan zou het juister zijn om te zeggen dat het ontbreken van een mening een gebrek aan standpunt vertegenwoordigt, of een staat van onbepaaldheid of onbeslistheid.
Is een ook mening denkbaar over het hebben van geen mening! Ja, minimaal 2: 1. je beweegt je richtingloos door het leven, en 2. het geeft rust, die echter weer teniet gedaan wordt door de richtingloosheid van jouw bewegen in het leven.