Een Syrische kapper heeft mijn leven gered
Hoe ik de perfecte kapperszaak vond
De schepper had, na het meegeven van enkele geestelijke en lichamelijke defecten, toch nog wat barmhartigheid over en voorzag mij van een woekerende haardos die nu, op 32-jarige leeftijd, nog in opperste staat functioneert. En dat is, als ik naar mijn vrienden kijk, niet zo vanzelfsprekend.
Bij velen is de vergankelijkheid op de kop al duidelijk waar te nemen. Bij sommigen valt het nog mee en die hebben slechts milde hiaten, terwijl andere haarlijnen zich sneller terugtrekken dan de Duitsers na D-Day. En enkele ongelukkigen hebben het helemaal slecht getroffen met een kalende kruin die langzaam verschroeit. Alsof er een mini-atoombom op hun kop is gevallen.
Toch hoeven mijn vrienden, en andere lieden met dit probleem, niet jaloers op mij te zijn. Met zeer dik haar, dat ook nog eens groeit als kool, komt namelijk veel verantwoordelijkheid kijken. Het moet namelijk om de zoveel tijd geknipt worden door een professional, want anders zie je eruit als een wandelende karikatuur. En dik haar brengt ook veel gewicht met zich mee, alsof je constant een emmer water op je kop meedraagt.
En laat nu alles wat ik intens haat samenkomen in een kapperszaak. Mensen die aan mij lopen te trekken, oppervlakkige gesprekken waar je niet uit kan ontsnappen, constant geconfronteerd worden met je eigen, miserabele hoofd voor een ongunstige spiegel en ga zo maar voort.
Bij mijn ouders had ik het getroffen met een zogenaamde huiskapper. Ik werd naar beneden geroepen, in raptempo geknipt en daarna stampte ik als een kaalgeschoren haas weer de trap op.
Nu ik op kamers woonde, was dat feest voorbij. Eerst zat ik nog in de vermijdingsfase. Ik ga gewoon niet naar de kapper, ik laat mijn haar wel groeien. Dood ga je er niet van. Dan maar als een onverzorgde hippie door het leven. Dit ging even goed, maar na een tijdje werd ik nog onzekerder dan ik al was. Ik voelde me vies en besloot dan toch maar een bezoek aan de kapper te brengen. Maar welke?
Mijn eerste afspraak was met een zogenaamde ‘kapper voor iedereen’. Een verwilderde wasbeerkop past ook wel ergens tussen die definitie, dacht ik blijmoedig. Dus zelfverzekerd liep ik naar binnen. ‘Hallo,’ zei de kapster amicaal. ‘Hoi, ik wil graag geknipt worden.’
Ze keek twijfelachtig naar mijn verwilderde bos donkerbruin haar. ‘Dat kan. Loop maar mee, dan ga ik je haar eerst even wassen.’ We liepen naar een speciale stoel en ze maande mij om te gaan zitten. Mijn nek werd tussen een U-vormige wasbak gelegd en daarna ging ze gruwelijk tekeer met een waterslang . ‘Nee, ik weet niet waar Bin Laden zich heeft verstopt!’ gilde ik.
Na de ‘wasbeurt’ werd ik naar de kappersstoel gedirigeerd en daar liep ze tegen een probleem aan. Mijn onverzorgde, dikke haar zat vol met klitten. ‘Hmm, volgende keer stuur ik je naar huis,’ zei ze als een strenge juf. ‘Dit is geen doen.’ Na ongeveer drie kwartier lijden mocht ik eindelijk uit de stoel. Dit nooit weer.
Een vriend adviseerde me een paar maanden later om eens naar een echte ‘barbier’ te gaan. Deze gesjeesde vakmensen met strakke baarden wisten van elke haardos een kunstwerk te maken, zo stelde hij, terwijl je tijdens de knipbeurt evenmin slachtoffer werd van irritante chit-chat.
Ik liep naar binnen en mijn oren begonnen stante pede te klapperen van de harde Elvis-muziek die door de geluidsboxen knalde. ‘Hé, man. Jij hebt zeker een afspraak,’ brulde de barbier met vlinderdas boven de muziek uit, terwijl hij me een handshake gaf. ‘Ga zitten!’ - De gehele knipbeurt, die zeker zestig minuten bedroeg, lulde hij me de oren van de kop over zijn motor en andere relevante zaken.
Tussendoor maakte hij constant flauwe 'mannengrappen’ en ging hij andere barbiers dissen en ze daarna een boks geven. Ze hadden ongelooflijk veel pret met zijn allen daar in de mancave en ik ging weer volledig van slag (wel goed geknipt!) naar huis.
Jarenlang liep ik ontdaan verschillende kapsalons uit en had de moed inmiddels opgegeven. Totdat ik op een zonnige dag per abuis langs een lichtobscure kapperszaak, waarvan ik er later achterkwam dat die door een Syriër wordt gerund, liep. Bijna geen mens te bekennen. Het interieur zag er minimalistisch uit en mijn voeten wandelden naar binnen.
‘Hallo,’ zei ik. - ‘Hoi,’ zei de kapper. ‘Knippen?’ vroeg hij en ik ging de stoel in. ‘Hoe?’ vroeg die. Ik liet een foto van het gewenste kapsel zien. Hij keek enkele seconden en zei: 'Oké'. Daarna ging hij aan de slag en hoorde je alleen nog het geluid van haar dat door een schaar wordt bewerkt. ‘Knip, knip, knip.’ Eerst werd ik ongemakkelijk en voelde me verplicht om wat te zeggen: geconditioneerd door onze smalltalkmaatschappij.
Hij had Arabische muziek opstaan. ‘Wat zingen ze precies?’ vroeg ik. ‘Weet ik niet,’ zei die. Weer stil. Vijf minuten later vroeg ik of het kappersvak fysiek niet zwaar was. ‘Ja, zwaar,’ zei die en knipte geconcentreerd verder.
Hij leverde vakwerk af en eindelijk liep ik een keer zonder ongemak naar huis. Al jaren kom ik nu bij hem. We weten niks van elkaar, praten nooit en toch voelt het ontzettend vertrouwd. Ik had eindelijk de juiste kapperszaak gevonden!
Hieronder een foto van zijn laatste creatie. Dankjewel, meneer, van wie ik nog steeds de naam niet weet!
This just in!
Hollander ontdekt Syrische kapper!
Groet,
Een van je maten met op z'n zachts gezegd terugtrekkende haarlijn die zich lichtelijk gedoxed voelt door dit artikel.
Nick, hulde! Ik durfde jarenlang mijn veel te dure (van 20 naar 30 naar 42,50 naar 45 euri)
kappersfirma - met matig resultaat maar prima verzorging: van exotische koffies tot betere wijnen - uit pure lafheid niet te verlaten uit angst voor de bazige kapdame. Tot corona en zij mij ondanks (dankzij?) vage en nooit nagekomen toezeggingen (,,ik bel je zodra we weer open kunnen''- not) de sublieme kans bood kapsalon Al-H. binnen te stappen. Elementair Nederlands (,,dag mieneer, alles goed mieneer?''), des ochtends religieuze gezangen maar - nu komt het: snelle, perfecte knipbeurt, inmiddels als zeer oude gek begroet met een boks, voor (wel liefst contant!) 20 euri. Leve het geteisterde Syrie, leve de Syrische kapsalons!