Tekstueel kan ik redelijk coherent formuleren, maar wanneer ik mijn bek opentrek dan is er direct heibel in de tent. Rare oerkreten wisselen zich willekeurig af met moeilijke woorden en doorgaans is een logische opbouw in mijn zinnen ver te zoeken. De snelheid van mijn woordentempo liegt er ook niet om en ik vergeet veel klanken uit te spreken. Ik ben dus een onverstaanbaar mens. Wat geen probleem zou zijn: ware het niet dat ik graag en veel praat.
Daarom identificeer ik me niet met leeftijdsgenoten, maar eerder met peuters die enthousiaste verhalen brabbelen. En de volwassene dan verbouwereerd reageert met: O, ja? Echt? Wat leuk! Ooh.' Waarna de kleuter tevreden weg strompelt en schaamteloos in zijn luier schijt. Het is dan ook niet zozeer de onverstaanbare die lijdt, maar de mensen die het noodzakelijkerwijs moeten aanhoren.
Zo sprak ik tien jaar geleden eens af met een leeftijdsgenoot die ik nimmer had gezien, maar kende van literaire (online)briefwisselingen. Mijn reeds snelle spreektempo, aangevuld met enthousiasme en nervositeit, bracht een onbegrijpelijke spraakwaterval die zijn weerga niet kende teweeg.
Het armetierige individu deed er alles aan om actief te luisteren, maar kreeg een mentale error waardoor die scheel begon te kijken. Ik ratelde twintig minuten door over literatuur, films en andere zaken en het enige wat hij kon doen was dwangmatig knikken en doen of-ie het verstond. Na een tijdje stopte ik dan eindelijk. Er moest adem worden gehaald. Hij keek opgelucht: eindelijk was de spraakwaterboarding voorbij. We zagen en spraken elkaar na dit incident nog steeds, maar sinds die ontmoeting was iets in hem voor altijd gebroken.
Nog meer luisterslachtoffers
Helaas was hij slechts een van de vele slachtoffers van mijn onverstaanbaarheid. Een ander individu was de poelier op de markt die ik tijdens mijn studententijd sowieso drie maal per week bezocht. Ik hield van kip met botten. Wanneer hij me van afstand zag aanlopen, begon zijn gezicht al te vertrekken. ‘Ja?’ zei die dan altijd behoedzaam, wachtend op het gebrabbel dat zou komen.
‘Drie kippenbouten, 500 gram wings en 2 kippendijen.’ zei ik dan enthousiast, in de waan dat het verstaanbaar was. Dan keek hij me vaag aan, alsof ik 46 naamvallen door elkaar gebruikte. ‘Ik hoorde alleen iets met kip…’ En daarna begon het gebruik van de handen. We kwamen er altijd wel uit, maar makkelijk ging het nooit.
Soms heb je niet door dat je onverstaanbaar bent, omdat je iets zegt waarop een ‘klopt’ of een ongemakkelijke lach een passend antwoord is.
Soms ook wel. Laatst trof ik een oud-studiegenoot in de supermarkt die mij wat plichtmatig vroeg of ik nog veel boeken las. ‘Zeker’, zei ik enthousiast. ‘Ik lees nu Babi Jar van Antoli Koeznetsov over de Duitse bezetting van Kiev. In deze ravijn zijn meer dan 100.000 joden en andere ‘ongewenste elementen’ geëxecuteerd. Maar ook de rest van de bevolking ging het niet goed af. Voor de oorlog, zo schrijft Koeznetsov, had Kiev een bevolking van 900.000 mensen. Tegen het eind van de bezetting waren daar nog 180.000 van over.’ - ‘Ah, vet man! Maar ik moet weer door. Leuk je even gesproken te hebben!’ Hij pakte een paar vegetarische frikandellen uit de vriezer en nam snel het hazenpad.
De poelier verdiende gelukkig een goede boterham aan mijn kipverslaving. Daarom was zijn leed overkomelijk. En de oud-studiegenoot kon vluchten. Op feestjes, verjaardagen en andere gelegenheden had ik echter vele blijvende luisterslachtoffers gemaakt.
Arme lieden die dachten het gezellig te hebben, totdat ze met mij in gesprek raakten en het plezier werd ingewisseld door fronsen en moeilijk kijken. Actief luisteren is mentaal al gigantisch vermoeiend, laat staan wanneer je letterlijk elke klank moet ontcijferen. Dat je door aangeleerde sociale wenselijkheid niet durft te zeggen: 'Ik versta je niet! Praat eens duidelijker!’ Vaak werden ze met migraine naar huis gebracht.
De ware ontluistering
Gelukkig waren er vrienden die mij inmiddels, na vele jaren training, wel gemakkelijk konden verstaan. Mensen alwaar ik moeiteloos mee kon ratelen zonder constant behoedzaam te zijn. De enige mensen die mij verstonden!
Zo dacht ik, totdat een vriend recent een bekentenis aflegde tijdens een avondje chillen. 'Nick, ik moet je iets vertellen,’ zei die zenuwachtig. ‘Ik versta je bijna nooit.’ - ‘Hoe bedoel je?’ - ‘Negentig procent van wat je zegt, versta ik niet. Al jaren! En ik ben niet de enige.’ - ‘Dus…’ stotterde ik. ‘Al mijn fantastische literaire analyses, redevoeringen en geweldige grappen kwamen zelden aan?’ - ‘Ja, dit versta ik dus niet,’ zei die.
Thuis liep ik ontluisterend richting de spiegel en ik trok mijn muil eens goed open. De tandarts had laatst nog gezegd dat ik een gigantisch grote mond heb. Toch verstaat de mensheid mij niet, dus wat heb ik aan die brede bek? Vrijwel alles wat er ooit uit mijn mond is gekomen in de 32 jaar op aarde heeft nooit een toehoorder gevonden. Allemaal verspilde klanken.
‘Maar misschien is dat ook helemaal niet erg,’ zei ik een paar weken later, nadat ik het een plekje had gegeven, tegen mijn psycholoog. ‘Hoe vaak heb ik wel niet zogenaamd geluisterd naar verstaanbare teksten die zelden tot me doordrongen? Gaat vrijwel niet alles het ene oor in en het andere oor uit? Verstaanbare en onverstaanbare geluiden?
Praten doen we voornamelijk voor onszelf. En wanneer het lijkt alsof iemand anders luistert, dan is dat al mooi meegenomen. Dan blijft het niet vastzitten in je hoofd en ga je niet rammen tegen een muur. Zo blijven de muren van onze prachtige woningen op aarde bloedvrij!’
Na deze warrige redevoering keek ik tevreden naar mijn psycholoog. Ze verstond me niet en dat was maar goed ook.
Rustig praten en duidelijk articuleren. Ik ben zelf half-doof en heb veel moeite met mensen te verstaan. Vooral zij die binnenmonds praten en hun lippen niet of nauwelijks bewegen, is voor mij een ramp. Wanneer je iets belangrijks wilt overbrengen is oogcontact ook heel voornaam. Dan zou je bijna zeggen dat je telepatisch communiceerd. Eigenlijk net op die mannier gelijk je schrijft. Zo kan ik mij inleven in jouw verhaal en is de boodschap interessant, tot de laatste punt. Goed bezig, Nick. Grtz.
je schrijft gelukkig wel verstaanbaar. Heerlijk dit