Nazaten van nazikopstukken vertellen hun verhaal
Leven in de schaduw van je verwekker
Vele tientallen jaren na de Tweede Wereldoorlog rijdt er een trein vanuit Duitsland naar Polen met een beruchte bestemming. In de trein zit tenminste één persoon die flink nerveus is, vooral omdat hij bang is om herkend te worden omdat-ie veel op zijn grootvader lijkt. Hij gaat naar een plek die zijn gehele familie voor altijd heeft gekenmerkt, maar waar hij zelf nog nooit is geweest: Auschwitz.
Zijn naam is Rainer, kleinzoon van de beruchte kampcommandant Rudolf Höss. Hij voelt zich al opgelaten wanneer hij de plek des onheils betreedt en dit wordt nog erger wanneer hij een groep scholieren uit Israël toestemming geeft om vragen aan hem te stellen. ‘Je opa heeft een groot deel van mijn familie vermoord,’ snikt een nog relatief jong meisje. ‘Ben je niet bang voor deze confrontatie met ons?’
Een ander meisje vraagt wat hij zou doen wanneer Rainer zijn grootvader nu zou ontmoeten. ‘Dan zou ik hem zelf vermoorden,’ zegt hij plots. Een opmerking die wordt getrakteerd op wat ongemakkelijk gelach. Daarna komt er een holocaustoverlevende ten tonele die zijn grootvader nog heeft gekend. Hij vertelt hem dat hij zich niet schuldig hoeft te voelen over de daden van zijn opa, want hij heeft er niets mee te maken. Dit bijzondere moment eindigt met een knuffel tussen de holocaustoverlevende en de huilende kleinzoon van de kampcommandant. Alle Israëlische scholieren applaudisseren.
Familiebanden zijn in de regel al complex, laat staan wanneer een van je nauwe bloedverwanten een prominent figuur was in een systeem dat onder meer verantwoordelijk was voor de grootste genocide uit de menselijke geschiedenis. Hoe ga je daar als nazaat mee om? Blijf je je vader of grootvader eren? Ontken je wat er gebeurd is? Koester je diepe haat?
Afrekenen
Als een klein jongetje groeit Niklas op in het door Duitsland bezette Polen. Op een dag gaat hij met zijn vader mee naar een barakkenkamp en daar worden ze hartelijk ontvangen door een vriendelijke man in uniform. De man heeft een wilde ezel bij zich. Hij beveelt magere mannen om op de ezel te gaan zitten en daarna geeft hij de ezel een ferme klap, waardoor die op hol slaat en de mannen één voor één pijnlijk ten val komen.
Niklas lacht hard om dit tafereel, maar wanneer hij ouder wordt, beseft hij pas wat er daar daadwerkelijk gebeurde. Het barakkenkamp was een concentratiekamp, de hartelijke man een SS-commandant en de magere mensen op de ezel gevangenen.
Hij is de jongste zoon van Hans Frank. Hitlers kroonjurist en gouverneur-generaal van het bezette Polen. Binnen die functie onder meer verantwoordelijk voor alle Poolse vernietigingskampen en getto’s. Hij werd in 1946 na het proces in Neurenberg opgehangen voor misdaden tegen de menselijkheid.
Niklas voelde geen greintje respect voor zijn vader en heeft onomwonden met hem afgerekend in zijn boek Vader, ik haat je. In zijn boek beschrijft hij onder meer hoe hij op zijn vaders dood masturbeerde. ‘Vooral de nachten tot 16 oktober waren me heilig. Ik verlangde naar je dood.’
‘Ik leg me naakt neer, op het stinkende linoleum van het grote toilet, de benen gespreid, mijn linkerhand om het slappe lid en met een zachte wrijvende beweging begon ik je te zien, hoe je in je cel heen en weer loopt, je vuisten tegen je oogbollen gedrukt, voor de honderdste keer stomme soldatenzinnen over rechtop sterven voor je uit kreunend’ (Lebert, p.8).
Ook andere passages liegen er niet om. ‘Hoe begint iets zoals jij? Ik vis je dagboek op uit het afval van je leven’ (Lebert, p.27). - ‘Kom, vader, laten we doorgaan, laat me de trots van je leven ontzenuwen’ (Lebert, p.62).
Ook de zus van Niklas Frank, Brigitte, ging gebukt onder het naziverleden van haar vader. ‘Niklas Frank vertelt het verhaal van haar zus Brigitte, die op haar zesenveertigste stierf. De familie gaat ervan uit dat het zelfmoord was. Ze had altijd gezegd dat ze niet ouder wilde worden dan haar vader[...]’ (Lebert, p.126).
Monika
In een van de beruchtste scenes uit de bekende holocaustfilm Schindler’s List zien we het personage Amon Goeth een luguber ochtendritueel doen. Hij ontwaakt met een kater, gaat op het balkon zitten en pakt een sniper. Hij kijkt door de scoop en schiet een willekeurige Joodse gevangene die aan het werk is, zonder reden, dood. Monika Hertwig, de dochter van de echte Amon Goeth, ziet deze film wanneer die uitkomt in 1993.
Ze is geschokt en tegelijkertijd boos op Spielberg. Ze haatte Spielberg voor het vertellen van de waarheid, zo vertelt ze in de documentaire Inheritance. Na het zien van de film duikt ze in het verleden van haar vader en ontmoet ze zelfs meerdere oud-gevangenen van haar vader, zoals Helen Jonas-Rosenzweig, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn huishoudster was.
Dat Monika niet achter de racistische ideologie van haar vader staat, blijkt wel uit het feit dat ze later een affaire met een Nigeriaanse student kreeg. Daar werd de Duits-Nigeriaanse vrouw Jennifer Teege uit geboren. Zij schreef later een boek met de titel Amon, mijn grootvader zou me hebben doodgeschoten.
Katrin
Katrin, de achternicht van Heinrich Himmler, ervaart haar afkomst, en zeker haar achternaam, als een emotionele last. Ze vertelt dat ze het als kind goed vond dat er alleen maar vrouwen in haar familie zijn, zodat de beruchte achternaam uiteindelijk uit zou sterven. Toch besluit ze de achternaam Himmler te behouden, omdat ze haar achternaam als onderdeel van haar identiteit ziet. Dat ze zich niet identificeert met de denkbeelden van haar oudoom, blijkt onder meer uit het feit dat ze met een Israëlische man is getrouwd.
Nuanceren
Ergens in de jaren 70’ reist Rolf in zijn eentje vanuit Duitsland naar Brazilië om een bijzonder iemand te ontmoeten: zijn vader, de beruchte naziarts Josef Mengele. In 1956 heeft hij zijn vader voor het laatst gezien, tijdens een skivakantie in Zwitserland. Toen niet-wetende dat dit zijn vader was, want de man, die symbool staat voor het ultieme kwaad, presenteerde zich toen als oom Fritz. Op 16-jarige leeftijd kwam Rolf Mengele eindelijk te weten dat Josef zijn vader was. Daarna onderhield hij innig briefcontact met hem.
In de briefwisseling wordt een luguber onderwerp echter niet behandeld: Josef Mengele zijn tijd in Auschwitz. In de jaren 70 krijgt Rolf eindelijk de kans om zijn vader daarover te bevragen, waarna die vervolgens in woede uitbarst en vertelt dat hij die propaganda niet moet geloven. Rolf zegt echter dat dit feiten zijn en hun relatie wordt er niet beter op. Hoewel er een prijs van 7 miljoen mark op zijn hoofd staat en hij de meest gezochte nazi van de wereld is, besluit Rolf echter toch niet om zijn vaders schuilplek te verraden. ‘Ik kon hem niet verraden', zegt Rolf. 'Dat kwam zelfs niet bij me op. Het enige wat we kunnen is ons leven als ons lot te aanvaarden. We kunnen het verleden niet veranderen.’
De priester Martin
Prominente kopstukken als Göring en Himmler lieten de Führer vlak voor het eind van de Tweede Wereldoorlog in de steek, maar dit gold niet voor Martin Bormann: Hitlers privésecretaris en hoofd van de partijkanselarij. Bormann liet zelfs de lichamen van Eva Braun en Hitler verdwijnen door ze met benzine te overgieten.
In zijn testament noemt Hitler Bormann zijn loyaalste partijgenoot. Niet veel later zou hij zelf sterven, waarschijnlijk door een granaatontploffing. Zijn zoon Martin, vanzelfsprekend vernoemd naar zijn vader, wordt als hij volwassen is priester. ‘Bormann heeft voor zijn leven een constructie gecreëerd. Enerzijds is er zijn vader, aan wie hij zijn leven dankt, van die vader houdt hij nog steeds. Vierde gebod: eert uw vader en uw moeder. Anderzijds is er de vader, Martin Bormann, die grove misdaden heeft begaan en een zware schuld op zich heeft geladen.’ (Lebert, p.100)
Het nationaalsocialisme als ideologie veracht hij helemaal. Tijdens zijn leven geeft hij veel lezingen op scholen en andere plaatsen over de gevaren van het nationaalsocialisme. Ook gaat hij regelmatig naar bijeenkomsten van holocaustoverlevenden en kinderen van nazimisdadigers.
Eren ten koste van alles
Nog in het prille begin van de oorlog, 1941, vliegt Hitlers plaatsvervanger en nazi van het eerste uur (NSDAP-nr: 16), Rudolf Hess, naar Schotland om vrede te sluiten, maar dat gaat helemaal verkeerd. Hij wordt gevangengenomen door de Britten en zou nooit meer als vrij man het daglicht zien, nadat hij na de oorlog tijdens het Neurenbergproces wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor misdaden tegen de menselijkheid.
Zijn zoon Wolf-Rüdiger Hess laat zijn vader nimmer in de steek en bezoekt hem in totaal honderd en twee keer tijdens zijn gevangenschap. Hij heeft niet alleen diepe waardering voor zijn vader als mens, maar ook voor zijn gedachtegoed dat hij zijn gehele leven blijft uitdragen. ‘[...]ze laten mijn vader niet vrij omdat ze niet tegen de waarheid kunnen, de waarheid die mijn vader zou vertellen. Over het nationaal-socialisme, over Hitler, over de jodenvernietiging, over zijn vlucht naar Engeland in 1941, over de schuld van de geallieerden aan de oorlog’ (Lebert, p.73). ‘Rudolf Hess, martelaar voor de vrede, noemt de zoon hem graag’ (Lebert, p.74).
Gudrun
Gudrun had haar hele leven moeite om carrière te maken. Niet vanwege haar gebrek aan discipline of hersenen. Neen, vooral vanwege haar vader en achternaam. Haar achternaam is Himmler; dochter van Heinrich de architect van de Holocaust. ‘Tot vier uur 's middags ging alles goed tussen Gudrun Himmler en de grijze dr. Goldmann. Toen echter vernam hij van de een of ander wie het meisje in het kantoor beneden eigenlijk was. Gudrun hoorde hem in het trappenhuis tekeer gaan. ‘Mijn vrouw is in Auschwitz vermoord. Moet ik Juffrouw Himmler daarvoor bedanken? [...] Ze zat opnieuw zonder werk.’ (Lebert, p.150).
Ondanks de impact van haar achternaam op haar carrière, weigert ze een groot deel van haar leven om een andere achternaam te nemen.
Niet alleen vanwege haar identiteit, zoals bij haar reeds besproken nicht Katrin het geval was, maar ook omdat Gudrun haar vader, en zijn gedachtegoed, tot de laatste dag van haar leven verdedigde. ‘Ik zie het als mijn levenstaak hem tegenover de wereld in een ander daglicht te stellen. Mijn vader wordt tegenwoordig als grootste massamoordenaar aller tijden afgeschilderd. Ik wil proberen dat beeld te herzien. Op zijn minst duidelijk maken wat hij dacht en waarom zo heeft gehandeld…’ (Lebert, p.92).
Edda
Edda werkt als jonge twintiger in een ziekenhuis van München als medisch-technisch assistente. In tegenstelling tot Gudrun heeft ze als dochter van Hermann Göring, na Hitler de bekendste nazi, veel voordeel van haar achternaam. ‘Ze werd uitgenodigd door de burgemeester van Madrid, door de gouverneur van Granada. De regering stelde haar zelfs een auto met chauffeur ter beschikking.’ (p.166) Ook zij heeft zich nooit van haar vader gedistantieerd. ‘Ik houd erg veel van hem en men mag niet verwachten dat ik op een andere manier over hem oordeel. Hij is een goede vader voor me geweest en ik heb hem altijd gemist’ (Lebert, p.179).
Bronnen
Tekening: Lizette Veenhuizen
Lebert, S (2006) Want jij draagt mijn naam. In de schaduw van een nazivader. Eerste druk. Amsterdam: Anthos
https://www.nieuwsblad.be/cnt/vt1rj77b
Documentaire: Hitler’s Children (2011)
Documentaire: Inheritance (2006)
Frank, N. (1987) Vader ik haat je. München: Bertelsmann Verlag GmbH
www.youtube.com/watch?v=I8sNiAgEKGo
www.youtube.com/watch?v=SQrq4ljb48g&pp=ygUMbW9uaWNhIGdvZXRo
Dank je Nick !!! 🌷🙏